Bergische producten uit weideboomgaarden

© Ira Schneider

In het Bergisches Land spelen weideboomgaarden sinds de 18e eeuw een belangrijke rol en bepaalden vroeger het beeld van elk dorp. Appelsap, gelei en kool, ook wel "Krückchen" of "Kruut" genoemd, zijn nog steeds typische specialiteiten van de regio, die vroeger zelfs tot in Rusland en Amerika werden geëxporteerd.

De weideboomgaard - een eldorado voor selfsupporters

Vroeger kon je, als je een weideboomgaard bezat, met de opbrengst daarvan je gezin het hele jaar door onderhouden. Kersen, pruimen en pruimen, maar vooral appels en peren, soms ook kweeperen en vlierbessen, brachten regelmatig heerlijke vitamines op het bord naast aardappelen, kool, bonen en andere producten uit eigen tuin. Lokaal aangepaste rassen die zich in de loop der decennia voor de teelt in het Bergisches Land hadden bewezen, leverden dankzij hun geschiktheid voor de locatie goede opbrengsten op en brachten ook variatie in de smaak.

Rassen - van vroeg tot laat

Voor het Bergisches Land is bijvoorbeeld de Weißer Klarapfel een vroeg ras gebleken en zijn de Rheinische Winterrambour, Schöne aus Boskoop, Ontario en Winterglockenapfel late, houdbare rassen. Evenzo zijn de Zuccamaglio appel, een van de oorspronkelijke Bergische rassen, de Luxemburgse Triumph, het Rheinische Silk Shirt, de Bergische Gele Schapenneus of de Red Starlet geschikt voor Bergische bodems. Alle herfstrassen, waaronder Kaiser Wilhelm, Luxemburger Triumph en Rote Sternrenette, kunnen goed worden bewaard en gebruikt voor koken, bakken en conserveren. Middelvroege Bergische rassen zoals de Gravensteiner, de Biesterfelder Renette, de Goldparmäne of de Jacob Lebel appel zijn het meest geschikt als dessertfruit. Dit komt omdat ze maximaal drie weken houdbaar zijn. De Rheinischer Bohnapfel, de Rheinischer Krummstiel, de Westerwälder Grünapfel en de Gelber Bergische Schafsnase zijn ciderfruitrassen die minder lekker zijn als dessertfruit.

Diversiteit die je kunt proeven

© Ira Schneider

In het tijdperk van de globalisering staan lokaal aangepaste fruitrassen meer dan ooit voor smaak en genetische diversiteit. Fruitdeskundigen en -kenners waarderen de regionale boomgaarden enerzijds voor het behoud van oude, robuuste en beproefde fruitrassen - en anderzijds voor het testen van nieuwere cultivars op hun geschiktheid voor de locatie. Vanwege hun resistentie tegen schurft en andere goede eigenschappen en hun smaakvoordelen vormen oude rassen de genenpool voor toekomstige veredeling. Ze zijn dus in veel opzichten een culturele schat die bewaard moet blijven.

Acties ter bescherming van de boomgaard

In de herfst bieden natuurparkpartners zoals de Biologische Stations, de NABU, de Bergische Streuobstwiesenverein of het LVR Openluchtmuseum in Lindlar verschillende activiteiten over appels en andere Bergische fruitsoorten. Op fruitmarkten en evenementen met shows van fruitrassen en identificatie van fruitrassen kan de consument op vele plaatsen in het Bergisches Land informatie en advies krijgen. De partners organiseren ook cursussen voor het snoeien van bomen en de verhuur van mobiele sappersen.

Fruitverwerking in vroegere tijden

© Ira Schneider

In vroegere tijden werd fruit niet alleen voor de winter bewaard door het te koken tot gelei, kool, jam, stroop, compote en moes, maar ook door het te drogen of in alcohol te bewaren. Fruitschijfjes van appels en peren of ontpitte pruimen lagen urenlang te drogen op grote roosters in de nawarmte van de "Backes" (oven). Naast de gedroogde kruiden voor specerijen en thee werden de gedroogde vruchten bewaard in linnen zakken of in een houten kist op zolder waar het luchtig was. De gedroogde vruchten werden gebruikt om gerechten zoals melksoepen te zoeten of toegevoegd aan een broodpudding die in een waterbad werd gekookt en geserveerd met Bergische biersoep. Fruitlikeuren of zogenaamde "Aufgesetzte" ("Opjesadde") waren vroeger ook erg populair. Zeer typisch is de infusie van rode bessen of vlierbessen. De vruchten worden van de takken ontdaan, gewassen, drooggedept en in een grote pot met schroefdeksel gedaan met snoep, maïs, kruiden en een beetje water. Het mengsel laat men ongeveer drie tot zes maanden rijpen.

"Bergisch pur" staat voor specialiteiten uit het thuisland

Via het regionale merk "bergisch pur" kunnen fijnproevers nu ook in de schappen van de supermarkt en in de gastronomie genieten van typische bergproducten uit weideboomgaarden. Sap, vruchtenwijn, likeur, siroop, gelei of zelfs honing zitten in het assortiment en zijn afkomstig uit het Bergische Land en direct aangrenzende gemeenten volgens de "bergisch pur" filosofie. Dit is even nuttig voor regionale ontwikkeling als voor klimaatbescherming. Bij het beheer van groente- en fruitboomgaarden worden chemische bestrijdingsmiddelen vervangen door het gebruik van nuttige insecten en mechanische middelen.  Samen met zijn adviesraad en partners, waaronder het Natuurpark Bergisches Land, de Oberbergische en Rheinisch-Bergische districten, de Biologische Stations, de NABU en de Rheinische Landesverband, zet het streekmerk zich in voor het behoud van het Bergische cultuurlandschap en de bescherming van de boomgaardweiden.

Hier is het recept dat erbij hoort:

Het lijkt erop dat u Microsoft Internet Explorer gebruikt als uw webbrowser om toegang te krijgen tot onze site.

Om praktische en veiligheidsredenen raden we u aan een actuele webbrowser te gebruiken, zoals Firefox, Chrome, Safari, Opera of Edge. Internet Explorer geeft niet altijd de volledige inhoud van onze website weer en biedt niet alle benodigde functies.